De Bersiap-periode en de koloniale oorlog: Politiek-militaire ontwikkelingen

Politiek-militaire ontwikkelingen

Nieuwe omstandigheden

Na de Japanse capitulatie wil Nederland het gezag in Nederlands-Indië terug. Het accepteert de onafhankelijkheid van Indonesië niet. Nederlandse gezagsdragers én veel burgers negeren de nieuwe internationale omstandigheden en realiseren zich niet hoe drastisch de situatie in Nederlands-Indië is gewijzigd.

Atlantisch Handvest

In de ogen van de internationale publieke opinie staat de Indonesische republikeinse regering moreel sterk, met het Atlantisch Handvest van 14 augustus 1941 achter zich. Kort samengevat staat daarin dat elk volk het recht heeft om zichzelf te besturen. De radiotoespraak van koningin Wilhelmina vanuit Londen op 7 december 1942 past in deze lijn. Verantwoordelijk minister Van Mook schreef de tekst, en biedt de koloniën een opening om over toekomstige onafhankelijkheid te spreken.

Machtsvacuüm

Op 17 augustus 1945 roepen de nationalistische leiders Soekarno en Hatta de republiek Indonesië uit in de hoofdstad Batavia/Jakarta. Nederland erkent de nieuwe republiek niet. De Nederlands-Indische regering is nog in Australië, waardoor Nederlandse gezagsdragers in Indië niet veel kunnen doen. De meeste KNIL-militairen zijn zwak of ziek in Japanse kampen. In dit machtsvacuüm start een chaotische tijd waarin Nederland en Indonesië tegenover elkaar komen te staan. 

Geallieerden

Het duurt enige tijd tot geallieerde bondgenoten de afwezigheid van het Nederlands-Indische gezag opvullen. Brits-Indische troepen krijgen dan alleen de belangrijkste steden op Java en Sumatra nog onder controle. In Oost-Indonesië loopt de overname van het Japanse gezag aanmerkelijk soepeler.

Pemoeda’s

Op 2 oktober 1945 wordt H.J. van Mook, die vanuit Australië de belangen van Nederlands-Indië had behartigd, benoemd tot luitenant-gouverneur-generaal. Hij moet zorgen voor herstel van het koloniale gezag en de evacuatie en opvang van bevrijde geïnterneerden. De beloofde steun van geallieerden en Nederlanders komt echter te laat en Indonesische strijdgroepen, pemoeda’s, grijpen hun kans om de onafhankelijkheid van Indonesië met geweld te verdedigen. De pemoeda’s komen voort uit de Indonesische jeugdbewegingen die in de oorlog waren ontstaan – waarvan sommige volgens Japanse militaire tradities werden geschoold en getraind.

Geweld

Indonesische strijdgroepen proberen wapens te krijgen en de macht over te nemen. Geweld, plundering en moord overheersen tot het voorjaar van 1946. In de Nederlandse geschiedenis staat dit bekend als de Bersiap-periode (Bersiap = Weest paraat!). Het geweld en de impact van de Bersiap verschilt overigens sterk van plaats tot plaats.

Oorlogsvrijwilligers

Na het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid op 17 augustus 1945 melden oorlogsvrijwilligers zich in Nederland aan om Indië te bevrijden en ‘orde en vrede te brengen’. Zij worden aangevuld met dienstplichtigen. Samen met de KNIL-militairen vormen zij een Nederlandse militaire troepenmacht van ruim 150.000 manschappen.

Onrust

Na de Bersiap-periode blijven onderhandelingen, onrust en gewelddadige strijd elkaar afwisselen. In januari 1946 verhuist de republikeinse regering naar Djokjakarta. Op 15 november 1946 bereiken Indonesië en Nederland in Linggadjati (Linggarjati) op West-Java een akkoord waarin Nederland de Republiek erkent. Het doel is een Nederlands-Indonesische Unie.

Eerste politionele actie

De uitvoering van het Akkoord van Linggadjati gaat volgens de Nederlandse en Indonesische regering echter niet snel genoeg. Nederland wil haar economische belangen herstellen en besluit daarom tot de eerste politionele actie (21 juli 1947–5 augustus 1947): Operatie Produkt.

Onderhandelingen

Na deze militaire actie dwingt de internationale gemeenschap Nederland om onder toezicht van de Verenigde Naties (VN) opnieuw te onderhandelen met de Republiek Indonesië. Op 18 januari 1948 sluiten zij de Renville-overeenkomst, met afspraken over een wapenstilstand en een federale structuur van Indonesië. Er volgt echter geen resultaat.

Tweede politionele actie

De Nederlandse militaire en politieke top wil de republikeinse regering uitschakelen en de Nederlandse regering besluit tot een tweede politionele actie (21 december 1948–5 januari 1949). Deze actie wordt Operatie Kraai genoemd. Het Nederlandse leger neemt de Indonesische republikeinse leiders gevangen en verbant ze. De militaire leiding van de republiek begint een guerrilla-oorlog.

Koloniale oorlog

Nederland benoemt de operaties als politionele acties om aan te geven dat het om een intern meningsverschil gaat. Maar feitelijk woedt er tussen 1945 en 1949 een koloniale oorlog, waarin beide partijen soms excessief geweld gebruiken. Meer internationale druk op Nederland is het gevolg. Op 10 augustus 1949 volgde een officiële wapenstilstand.

Soevereiniteitsoverdracht

In nieuwe onderhandelingen wordt het Van Roijen-Roem-akkoord opgesteld. De partijen spreken af dat Nederland de soevereiniteit via een Ronde Tafel Conferentie aan Indonesië zal overdragen. Op 27 december 1949 is de onafhankelijke staat Verenigde Staten van Indonesië (VSI) een feit. Nederlands Nieuw-Guinea valt buiten de overdracht. Op 17 augustus 1950 neemt de Republiek Indonesië de Verenigde Staten van Indonesië (VSI) over.